Het masker van 'vrouwelijkheid'

Over Mysogynie en misandrie

Performance van John Giskes en violiste Martine von Gleich
Duur: 15 minuten
Speelplek: + of > 5m2


Tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid
Er is een kloof tussen de mannen- en vrouwenrollen in onze maatschappij. Wanneer ik spreek van ‘onze’ maatschappij dan bedoel ik de westerse maatschappij met haar regels en conventies. Er wordt vaak gesproken over de onderwaardering van de vrouw. Daarbij wordt er meestal aan voorbijgegaan dat de waardering van de vrouwenrol en die van de mannenrol aan elkaar gekoppeld zijn. Er is dus niet alleen sprake van een beperking van de vrouw in deze maar zeker in een, meestal onbesproken, beperking van de man. Vrouwen hebben zich los kunnen maken van de beknelling die het aanrecht tot haar ‘recht’ maakte. De dualiteit die er voor die tijd was, lag besloten in de verzorgende taak en de rol als ‘verleidster’, ‘prostitué’, als bezit van haar man. Die rollen van de vrouw zijn de laatste 40 jaar sterk veranderd, de druk om de ene of de andere rol op zich te nemen is veel lager geworden. Niemand scheldt meer een vrouw uit als zij in het openbaar een spijkerbroek draagt. Het mannelijke, ‘stoer’ zijn is voor een vrouw geen schande meer. Voor de man is het echter een gebod, die moet ‘mannelijk’ en ‘stoer’ zijn, hij moet het ‘vrouwelijke’ aan zich voorbij laten gaan. Want het is een schande als een man zich van iets bedient dat als vrouwelijk gezien wordt. Echte mannen doen zoiets niet. Een vrouw met een colbertje wordt niet direct als lesbisch aangemerkt, een man in een rok wordt wel heel vaak wel als ‘homo’ betiteld. Hieruit mag afgeleid worden dat de emancipatie van vrouwen en mannen nog niet compleet is. Het ‘vrouwelijke’ is het alleenrecht van de vrouw, voor de man wordt het als minderwaardig gezien. De tegenpolen misogynie en misandrie zijn aan elkaar gekoppeld, de één kan niet zonder het andere. Iedereen heeft er dus baat bij als de man vrijer wordt in zijn uitingen. Op dat terrein van de sociale scheidslijn tussen de geslachten maak ik mijn performances. Performances die uitgaan van het ‘onbewuste’, die laag van het bewustzijn die gespeend is van rede of sociale conventies. In een staat van ‘meditatief’ zijn, worden de performances uitgevoerd, geen moeite wordt gedaan om speciaal mannelijke of vrouwelijke statements te maken. Namelijk: als een kind, die alles om zich heen kan gebruiken om mee te spelen en te onderzoeken. Uit die zoektochten ontstaan performances. Het resultaat van die zoektochten is de samenstelling van een voorstelling, waarbij de oorspronkelijke onbevangenheid zoveel mogelijk bewaard blijft.

Crossing Borders
Een performance van John Giskes die hij onder de naam van het Japanse begrip Konpaku uitbrengt. Konpaku betekent ‘ziel’ en ‘ziel’, enerzijds de ziel van het levende wezen zoals wij in het westen dat kennen en anderzijds de ziel van het leven zelf. Een ziel die in elk leven zit, los van de individualiteit. In deze performance speelt hij met het mannelijke en het vrouwelijke. Het is goed om jezelf te zijn, je op elk terrein te ontplooien zoals je dat zelf wil. Deze performance wordt samen gedaan met Martine von Gleich. Martine is een klassiek geschoold violiste. In haar samenwerking met John Giskes gebruikt zij haar viool om er onvoorspelbare klanken aan te ontlokken. Van verleidelijk en aaibaar tot ruige diepe en soms ook snerpende klanken. Deze muziek is geen begeleiding in de zin van aanvulling op de performance, deze klanken van Martine vormen een ondeelbaar onderdeel van de performance.


Het masker van ‘vrouwelijkheid’
In deze performance speelt de performer met vrouwelijke beelden die zich in onze maatschappij voordoen. Vrouwelijkheidsvormen die aangeleerd zijn, slechts gebaseerd op een opvatting. In een training die ik gegeven heb, is aan de deelnemers gevraagd om bij een aantal woorden begrippen aan te geven of zij ‘het’ mannelijk of vrouwelijk vonden. Voorbeelden van die keuzelijst:
materiaal/begrip
mannelijk
vrouwelijk
hout


fluweel


blauw


staal


vuur


glad


hard


gevoelig


 De schoen met hoge hak werd voor het eerst gedragen door de Franse koning uit de 18e eeuw. Inmiddels is dat kledingstuk alleen nog maar in gebruik door vrouwen. Sommige vrouwen voelen zich meer vrouw als zij hakken dragen. Toen vrouwenkousen nog gebreid werden op vlakbreimachines moest de kous nog aaneen genaaid worden alvorens die klaar was. Die naad liep aan de achterkant van de kous, die naad werd een secundair geslachtskenmerk. De kousbroeken die vrouwen nu dragen worden rondgebreid er zit dus geen naad op het beengedeelte. Soms wordt zo’n naad achteraf aangebracht bij ‘fashion’ panty’s.
De performance van Konpaku neemt het vrouwenmasker letterlijk. Hierin wordt geen poging gedaan om de vrouw zoveel mogelijk te benaderen in haar verschijning. Integendeel: het kostuum symboliseert de beperking die het vrouwenmasker in wezen is. De onbeholpen pogingen van de performer om elegant te bewegen op hoge hakken is daar een exponent van.









Violiste, Martine von Gleich